Hoe zie ik, wat ik weet?
Er gebeurt van alles om ons heen.
Overstromingen die geen mens kan tegenhouden. Code rood vanwege nieuwe besmettingen door het corona-virus. Criminele handelingen die de dood veroorzaken van een politieagent, van de misdaadverslaggever Peter R. de Vries.
Emmaüsgangers zijn geschokt door de kruisiging van een onschuldige, die hen zoveel hoop gaf!
Zij en wij weten van het grote onrecht in deze wereld.
Al dit verschrikkelijke kan ieder voor zichzelf invullen. Asielzoekers uit Iran denken aan de vele ‘verdwijningen’ daar, de martelingen in de gevangenissen. In Ethiopië heerst een afschuwelijke strijd om de macht en worden zwakken misbruikt, vrouwen verkracht. In Afghanistan slaat o.a. de Taliban toe. In Syrië, het moorddadig optreden van het leger en de terroristen, enz.
‘Hoe lang nog HEER zult U mij vergeten, hoe lang nog verbergt U voor mij Uw gelaat ? Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag?’ bidt David in Psalm 13.
Klagen mag. Je verdriet hoef je niet in te slikken. Maar wanneer je daarna gaat vragen, zoals David, komt er uiteindelijk een moment van gedragen worden door de Geest.
Stel je vragen… ‘Zie mij, antwoord mij, HEER ,mijn God! Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodslaap wegzink.’ (Psalm 13:4)
Hoe voorkom je, dat je in je moeiten en vragen verdrinkt? De diepste vraag is: ‘Waarom laat God het lijden toe?’
Net als de Emmaüsgangers zien wij het niet. Net als hen lopen we ziende blind langs de wegen die wij denken te moeten gaan. Maar naast deze wanhopige voetgangers, naast ons, loopt Jezus. Hij is het fundament, dat ons draagt. Dwars door zonde, criminaliteit, oorlogsgeweld, overstromingen, besmettingen, ziekte, ja zelfs dwars door de dood heen, biedt Hij ons eeuwig houvast!
God geeft de vijand niet het laatste woord, dank zij Jezus lijden op Golgotha. Amazing Grace!
Onze ogen moeten open gaan, zodat we zullen zien wat we weten.
‘Nu kijken wij nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is ons kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.’ 1 Korinthe 13:12 en 13
David doet een beroep op Gods verbond met ons. En dan zingt hij het uit in Psalm 13: 6. ‘Ik vertrouw op Uw liefde: mijn hart zal juichen omdat U redding brengt. Ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft mij geholpen.’
Geef net als David het contact met God nooit op en zing:
‘Houd mij vast, laat Uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dichtbij Uw hart. Ik voel Uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door Uw Geest en de kracht van Uw liefde.’
Gods zegen en nabijheid.
Hartelijke groet,
Japke de Kraker
Meeleven met vluchtelingen? Zie: www.japkedekraker.nl
Reactie plaatsen
Reacties