Meditatie van Japke de Kraker - Deel 54

Gepubliceerd op 9 juni 2021 om 16:08

Waarop baseer ik mijn identiteit?

 

Jona moet naar Ninevé. Moeten? En ook nog eens naar een plaats, die hem absoluut niet aanstaat. Een plek waar leugenaars het voor het zeggen hebben. Een stad waar gewelddadigheid hoogtij viert, vol oorlogsslachtoffers, ontelbare lijken waar je over struikelt…
Net als Jona, zou ik me omkeren, een andere route nemen en in een diepe slaap vallen.


Deze opdracht om de inwoners van Ninevé te waarschuwen, dat ze zich moeten bekeren, wil Jona niet. Welke opdrachten van God wil ik niet? Ben ik ook bang dat ik mijn veilig bestaan moet opgeven, wanneer ik eerst Gods koninkrijk en Zijn gerechtigheid zoek? Ben ik bang dat men mij minder oké vindt, wanneer ik vanwege Gods opdracht (het zevende gebod) weiger met mijn vriend of vriendin naar bed te gaan? Denk ik dat ik niet geaccepteerd wordt, wanneer ik erop aandring, de zondag als de dag van God te heiligen (het vierde gebod)?
Is mijn populariteit belangrijker dan het gehoorzamen aan Gods geboden?


Waarop baseer ik mijn identiteit? Is het dat wat anderen van mij zeggen? Moet ik kostte wat het kost dat beeld overeind houden? Kan Gods storm op een bepaalde manier in mijn leven losbarsten?
Is Gods opdracht voor Jona een heilig moeten? Een storm teistert de boot, terwijl Jona slaapt. Dan wordt Jona wakker geschud. Dan weet Jona dat zijn ongehoorzaamheid de ondergang van iedereen kan betekenen. Jona moet zijn hoofd buigen, erkennen dat hij het leven niet kan sturen in de richting die hij wil. ‘Gooi mij maar in de zee…’ Dan zingt hij in de buik van de vis: ‘Maar U trekt mij levend uit de dood omhoog, o HEER, mijn God! Nu mijn levensadem mij verlaat, roep ik u aan, HEER en mijn gebed komt tot U in Uw heilige tempel. Zij die armzalige afgoden vereren, verlaten u trouwe God. Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en U offers brengen: mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt.’ (Jona 2)


Jona zijn imago gaat eraan! Maar dit doodgaan, betekent zijn redding!


Ons doodgaan aan eigen verkeerd gerichte verlangens, betekent redding. Ons roepen om Gods hulp, om Zijn vergeving van onze nalatigheid, is zaligmakend, dank zij Jezus. ‘Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u Iemand die meer is dan Jona.’ (Mattheus 12:40 en 41)


Bekering voor hen, die anders verloren zouden gaan, wat een wonder!


En nog een wonder… ‘Wij zijn door de doop in Zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden!’ (Romeinen 6:4)


God doet ons groeien op de akker van Zijn Geest en maakt ons op die manier zalig.
Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.

Gods zegen en nabijheid.

 

Hartelijke groet,

Japke de Kraker

 

 

Meeleven met vluchtelingen?  Zie: www.japkedekraker.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.